Logboek

Hallo!

Op deze blog schrijf ik over wat ik meemaak, wat me opvalt, welke associaties ik daarmee heb en natuurlijk hoe je ’t ook kunt zien.

Veel leesplezier! Laat je even weten wat je ervan vindt?

Als je een reactie onder een bericht wilt plaatsen die voor iedereen zichtbaar is, dan kan dat NIET op de homepage, waar je meerdere berichten onder elkaar ziet staan, maar WEL als je rechts in de kolom klikt op één van de titels onder ‘Meest recente berichten’.

Je kunt daaronder ook in het archief zoeken naar berichten per maand of op categorie. als het al wat oudere berichten betreft.

Als je me er liever over mailt, dan kan dat natuurlijk ook. Gebruik dan het contactformulier hiernaast.

You never walk alone

medaille Rotterdam Harbour Run 2023

Over autisme en hardlopen

Via een autistische burnout was ik heel langzaam steeds verder weggezakt in een depressie. Op het laatst ging het ineens heel snel achteruit. Het was afschuwelijk, echt afschuwelijk; geen woorden voor. God zij dank sloeg de medicatie al snel aan en door therapie en door samen leuke dingen te doen met mensen van mijn kerk, lukte het om weer wat licht te zien aan het einde van de tunnel. Maar ik had nog wel een hoop puin te ruimen…

‘Ga buiten wandelen, liefst in de ochtend,’ zei de huisarts.

‘Maak van wandelen je prioriteit, elke dag, en probeer er ook een stukje bij te joggen,’ zei de psycholoog.

‘Ga hardlopen!’ zei de leidster van het pastoraat in onze kerk.

Hardlopen???

‘Ja,’ zei ze, ‘running therapy is zelfs bewezen effectiever dan medicatie.’

‘Ja,’ zei ook de psycholoog, ‘door het hardlopen maakt je lichaam van nature een stofje aan dat nog beter helpt dan antidepressiva.’

‘Je krijgt er energie van en je gaat je beter voelen,’ zei de huisarts.

Maar ik haat sporten!  

Niet dat ik lui ben, want van mijn billen zal het bankstel thuis niet slijten. Ik sportte weliswaar niet, maar ik bewóóg wel. En ik deed niet aan hardlopen, maar wel aan hard lópen. Ik ben namelijk moeder, thuismoeder. Veel moeders die een baan hebben, gaan een paar keer per week naar een drukke sportschool, waar harde muziek aan staat. Ik doe thuis vacuum spinning en stair running. Elke dag! Gratis!

Oké…Ik zal eerlijk zijn: eigenlijk had ik gewoon geen tijd om te sporten. Dat ging namelijk af van de tijd voor de dingen die ik leuk vond en die ik keihard nodig had om tot rust te komen. En daar had ik ook al veel te vaak geen energie meer voor.

Nog eerlijker: ik zorgde gewoon heel slecht voor mezelf. Die depressie was dus ook niet zomaar uit de lucht komen vallen.

Allereerlijkst: geen powerboekje, geen therapeut en zelfs geen godsgebed kon mij tussen die overdosis aan stress vandaan wrikken. En dat was niemand zijn schuld, maar er moest wel iets veranderen.

Ik moest iets loslaten, iets toelaten.

Dus dan toch maar hardlopen

Omdat ik zo weinig energie had begon ik met rustig wandelen en dan probeerde ik tussendoor een minuut te joggen. Dat had de psycholoog me zo geadviseerd. Ik begon met vijftig stappen joggen en voerde het steeds op met vijftig stappen meer. Dat was goed te doen, al schaamde ik me wel als anderen me zagen joggen in mijn dagelijkse kleren, met gewone schoenen en met een winterjas aan. Daarom volgde ik de busbaan; dan leek het net of ik gewoon de bus probeerde te halen.

Ongeveer vanaf twee bushaltes aan een stuk rennen, was het echt niet meer lekker in gewone kleren. En het zag er natuurlijk niet uit.

Op naar de sportwinkel

Ik ging naar de sportwinkel. Ik. Naar de sportwinkel. Dat vloekte zowat bij elkaar!

Maar het was eigenlijk wel leuk. Ik voelde me net alsof ik op reis was in een ver land, op zoek naar een origineel souvenir: sportschoenen, een sportbroek en een sportshirt. Na het afrekenen pakte ik het mooi in bij de self-service balie, met een sticker erop: een sportief cadeau voor jou!

Die gezichten van de kinderen, toen ik het thuis aantrok. Dáár had ik wel een foto van gemaakt willen hebben.

‘Goed zo, schat!’ zei mijn man.

Een jaar later

Ik heb een hardlooplijf, zo blijkt! Elke dag vijftig stappen meer resulteerde binnen enkele maanden in een persoonlijk record van meer dan twaalf kilometer hardlopen zonder te stoppen. En geloof me: die befaamde runner’s high bestaat echt!

Van hardlopen gaat je bloed lekker snel stromen, je darmen worden opgeschud en in beweging gezet, je wordt warm en het luie zweet komt eruit, samen met alle stress, en dat voelt goed. Dat voelt hemels, alsof je nooit meer wilt stoppen. Dat voelt zalig en voldaan, tot lang nadat je weer thuis bent.

Ik heb ik weer ruimte in mijn hoofd om te werken aan een betere balans tussen wat moet en wat mag.

Rotterdam Harbour Run

Voor fanatieke hardlopers bestaan er van die runs waarbij je inspanningen beloond worden met een stoere medaille. De Rotterdamse Harbour Run is er zo een: tien kilometer hardlopen door de Rotterdamse haven met allerlei obstakels om overheen te klimmen of om onderdoor te tijgeren. Ik heb meegedaan en ik heb het gehaald!

Wat mij het meest is bijgebleven? Niet de obstakels, niet de vermoeidheid, niet het zweet, ook niet de bananen en de bekertjes water die onderweg werden uitgedeeld. Ja, dat allemaal ook wel, en ook de spierpijn de dagen erna. Maar wat vooral indruk op me heeft gemaakt, zijn de mensen die langs de kant stonden aan te moedigen en te juichen, op z’n Rotterdams:

‘You never walk alone.’

“Ik loop de wedloop die voor mij ligt, door een wolk van getuigen omgeven. Met mijn ogen alleen op Jezus gericht, in de wedloop van het leven. Hij is mijn hoop, mijn kracht, mijn zekerheid.  Hij wijst mij de weg die ik moet gaan. Hij is mijn rots en geeft standvastigheid; Jezus is het doel van mijn bestaan.”

Opwekking 564, naar Hebreeën 12

Reacties welkom, liken = lief & delen mag! Wist je dat Zo kun je ’t ook zien een eigen facebookpagina heeft?
Meer lezen? Kijk gerust rond op deze website. De blogs zijn geordend op datum en op categorie. Je kunt je ook gratis en vrijblijvend op deze website inschrijven. Je krijgt dan automatisch een mailtje wanneer ik weer iets nieuws heb geplaatst.
Ik heb een autobiografie geschreven over het autisme in ons gezin: ‘Aan mij zie je niets’
Dit blog is mede geschreven voor Dit Koningskind.

Fieperdefiep hoera!

Een mogelijk kenmerk van autisme, volgens de omschrijving van de DSM-5,  is het hebben van beperkte, maar intense of obsessieve interesses. In Jip-en Janneke-taal noemen we zo’n speciale interesse ook wel een fiep, ook bruikbaar als werkwoord: ik fiep, jij fiept, wij hebben gefiept.

Fieperdefiep hoera! Want volledig opgaan in iets moois of interessants, tot in het kleinste detail, er alles, echt álles over willen weten en de tijd vergeten, dat is toch het allerheerlijkste wat er is?

De DSM-5 omschrijft autisme vanuit de meerderheidsvisie van mensen zonder autisme, maar soms word ik daar een beetje chagrijnig van, want iemand met autisme die gewoon lekker bezig is met z’n fiep ervaart het zelf heel anders:

Het niet hebben van autisme kan zich kenmerken door een beperkt vermogen tot het ervaren van een intense fascinatie voor iets of iemand, met name wat details betreft. Dit kan zich soms uiten in onbegrip voor mensen die dit vermogen wel hebben, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de volgende situatie:

Vlinders, verf en pizzadeeg

Vlinders!

Vlinders hebben een enorme aantrekkingskracht op mij. Deze zomer heb ik wat eitjes en pas uitgekomen rupsjes verzameld, van een groot koolwitje. Ze staan op de tafel, of in het raamkozijn, of op de grond, net waar ik mij bevind. Ik heb ze verzorgd, elke dag verse koolzaadbloemen- en blaadjes voor ze geplukt, en nu zijn ze allemaal verpopt. Ik heb het zien gebeuren! In zes-en-een-halve minuut was het klaar met de rups en viel de afgestroopte oude rupsenhuid er als een propje vanaf.

Verf

Mijn man is vandaag de voordeur aan het schilderen en het waait buiten. Weet je hoe erg dat is? De deur moet open blijven tijdens het drogen, de hele dag, waardoor het lijkt alsof het hele huis opstijgt zodra de achterdeur wordt opengedaan, die pas weer dicht kan als de tussendeur eerst dicht gedaan wordt, omdat anders het vliegengordijn ertussen wordt gezogen. Ik ben vandaag dus van de deurenpolitie, terwijl ik ook nog voor de kinderen zorg, wat probeer op te ruimen…en schrijf. En voor mijn gevoel krijg ik niets voor elkaar.

Ik staar naar mijn verpopte wonders. Weet je, God had het niet hoeven doen. Voor de functionaliteit van de aardkloot had het namelijk niets uitgemaakt. Alles was gewoon eeuwenlang doorgegaan, doorgeleefd en doorgedraaid, ook zonder al die mooie strepen, stippen, haartjes, stekels en kwasten op die kruipende zich volvretende wezens. En toch…

Meer verf

De deur is klaar. Man gaat binnen verder, want er moet ook nog een muur gewit worden. Ondertussen komen opa en oma langs om de kinderen op te halen, even weg uit die kluswereld waar niets mag en waar alles in kwijt raakt. Plotseling is het rustig in huis, eindelijk! Ik sluit me op in de studeerkamer, maar even later steekt manlief zijn hoofd om de hoek en meldt dat hij de kaalgesleten bovenste trede van onze trap ook maar meteen heeft geverfd: niet op gaan staan! Ik besluit om dan maar weer naar beneden te gaan, voor als de kinderen straks ineens komen binnenrennen.

Vlinders…

Die bizar fijngetekende vleugels en die ragfijne voelsprieten in bijpassende kleur, de pootjes, aan elk detail is gedacht. Onvoorstelbaar! Binnen een paar minuten is een rups een pop. En ik kan de vlinder er nu al helemaal in zien zitten. Was die er dan al die tijd al een vlinder aan het groeien in die nog rondkruipende rups?

400 volt

De kinderen komen weer thuis, door de achterdeur (tussendeur dicht!) Ik maak de situatie inzichtelijk door uit te leggen dat er 400 volt op de bovenste traptrede staat, snappen jullie? Ze gaan bovenspelen en zullen goed uitkijken. Nou ja, wie weet lukt het nog ook, denk ik, al lijkt de kans me vrijwel nihil.  Mijn man en ik gaan ondertussen samen pizzadeeg uitrollen en er kleine pizzaatjes van maken, voor de pizzarette vanavond. Gezellig met de kinderen.

Vlinders…?

Ik kan mijn ogen er niet vanaf houden. Ik voel aan ze, ruik aan ze, drink ieder detail in met mijn wezen. En nog kan ik er niet over uit. Ik moet erover praten, en omdat niemand reageert, blijf ik er ook over praten, omdat het nergens kan landen. Waarom snappen anderen het nou niet? Je ziet toch wel hoe bijzonder…

‘Bianc, het begint nu wel een obsessie te worden met die beesten van je,’ zegt mijn man.

Obsessie? Ik parkeer dat even en evalueer het in mezelf. Hij bedoelt waarschijnlijk gewoon ‘fiep’ en snapt het niet. ‘Zolang ik nog eet, drink en slaap, hoef je je over mij geen zorgen te maken,’ zeg ik tegen mezelf. Man is alweer weggelopen.

Mijn zoon zit ook nog in de kamer, bezig met zijn eigen fiep: zijn smartphone. Hij staat vast aan mijn kant:

‘En jij dan? Vind jij het dan niet bijzonder, die verpopte rupsen en zo?’

‘Nou…,’ zegt mijn zoon, ‘Ik vind het ook wel interessant, maar ik hoef er niet elke vijf minuten naar te kijken, zeg maar.’

Elke vijf minuten? Ik sta nu toch al zeker een kwartier deeg te rollen…Waar is trouwens míjn telefoon gebleven?  Ik ren naar boven (kijk uit, 400 volt!), vind mijn telefoon in de studeerkamer, draai me om en… Oh nee!

Man vindt het niet leuk. En even later komt onze dochter huilend beneden: ze heeft er een hele zwarte afdruk in achter gelaten. Is papa nu boos op haar? Dat niet, maar er wordt wel gesuggereerd, dat het misschien aan onze vrouwelijkheid ligt. Gelukkig wordt het tegenbewijs al gauw geleverd door de jongste.

Pizzadeeg

Uiteindelijk besluiten we de mislukking maar te accepteren en het gezellig te maken beneden aan tafel. Iedereen doet z’n best, ook papa, en ik ook.

Ik leg ondertussen de laatste hand aan de pizza’s. Ik pak een nieuw balletje deeg en rol het plat. Heel even twijfel ik, en snijd er dan tóch de vorm uit van een vlinder.

“U hebt de kleine kinderen geleerd U volmaakt te prijzen. Hun voorbeeld zal uw vijanden en hen die op wraak zinnen beschaamd doen staan en tot zwijgen brengen! Als ik ʼs nachts omhoog kijk naar de hemelen het werk van uw handen zie, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de mens, dat U zoveel om hem geeft? Wat is een mensenkind dat U Zich om hem bekommert? En U hebt hem een plaats vlak onder Uzelf gegeven, U hebt hem gekroond met heerlijkheid en eer. U hebt hem zelfs het beheer gegeven over alles wat U hebt gemaakt, alles staat onder zijn gezag.” Psalm 8: 3-7 HTB

Dit blog heb ik mede geschreven voor Dit Koningskind, een christelijke organisatie die zich vol enthousiasme inzet voor individuen en gezinnen die te maken hebben met een beperking.
Meer lezen? Lees gerust verder op deze site. De blogs zijn ook te selecteren op categorie. Je kunt je gratis inschrijven op deze site voor berichten als ik weer iets nieuws heb geplaatst of je kunt Zo kun je’t ook zien volgen op Facebook. Ik heb ook een autobiografie over autisme geschreven: Aan mij zie je niets.
Reacties altijd welkom. Delen mag!

Autisme en donkere wolken in je hoofd

donkere wolkenlucht

Kwetsbaar

Als het meezit is er goed te leven met autisme. Je kunt ermee leren omgaan, je kunt een begripvolle omgeving zoeken, zorgen voor passend werk en andere bezigheden die voldoening geven, je kunt leren om je grenzen beter aan te voelen, je kunt leren om een sociaal  netwerk op te bouwen…

Maar het is niet altijd zo’n feest. Helaas gaat autisme ook vaak samen met een grotere psychische kwetsbaarheid. Zo maakt 20% van de mensen ooit in zijn of haar leven een depressie door, maar bij mensen met autisme ligt dat percentage vermoedelijk meer dan twee keer zo hoog. Dat klinkt heftig, maar betekent nog altijd niet dat je depressief wordt, puur OMDAT je autisme hebt. Meestal zorgt een combinatie van aanleg en samenloop van omstandigheden voor de ontwikkeling van een depressie.

Stel dat…

Dus stel nou dat alles mee had gezeten. Stel dat toen ik klein was, alom bekend was dat slimme en verlegen meisjes ook autisme kunnen hebben, en dat ik en mijn ouders meteen de juiste begeleiding hadden gekregen? Stel dat mijn eigen kinderen een heerlijk zorgeloze ontwikkeling zouden doormaken? Stel dat ik een superleuke baan zou hebben, die zo goed bij me past dat ik genoeg energie zou overhouden om er voor mijn gezin te zijn? Stel dat huizen zichzelf zouden opruimen en schoonmaken en dat kindjes nooit jengelden of ruzie maakten? Stel dat er geen verdrietige dingen en ook geen milieu- en klimaatproblemen bestonden? Stel dat ik nooit gepest, afgewezen, buitengesloten of misbruikt zou zijn geweest?

Zou ik me dan nooit depressief hebben gevoeld?

Depressie

Al sinds mijn jeugd heb ik last van terugkerende depressieve periodes. Niet fijn, maar ik wist wel altijd dat het weer zou overgaan, na een paar dagen of na maximaal een maand. Totdat het ongeveer een jaar geleden niet meer overging. 

Een depressie legt je langzaam lam, psychisch én lichamelijk. Je krijgt meer en meer een tunnelvisie die maakt dat alles wat je waarneemt alleen maar bevestigt hoe uitzichtloos je situatie is. Je moet ervoor zorgen dat je snel uit die tunnel en uit je isolement komt, dat je naar buiten gaat, leuke dingen doet en mensen ontmoet. Maar als je depressief bent is dat verschrikkelijk moeilijk, zeker als je door je autisme toch al de drang hebt om je sociaal terug te trekken als je niet goed in je vel zit. Als je naast depressief ook uitgeput bent is het nog eens extra moeilijk. Sowieso is het ongelooflijk vermoeiend om constant depressieve en gedachten te hebben.

Meditatie

Ik deed op mijn manier mijn best om beter te worden, bijvoorbeeld door te mediteren. Zo probeerde ik tot rust te komen. En steeds dacht ik: over een maand zal het toch zeker wel over zijn? Over een half jaar dan? Maar dat was niet zo. Ik werd angstig, met paniekaanvallen om alles wat in het aardse leven onzeker is…en dat is ontzettend veel als je daarover nadenkt ( niet doen!!!). Ik kon het nauwelijks nog aan om naar buiten te gaan, maar ik moest wel als moeder van drie en een man met een drukke baan. Op een gegeven moment kon ik niet meer en kreeg ik al een huilbui als ik keek naar een deurknop die niet de vorm had die ik wilde. Ik lag afgepeigerd op de bank, was heel veel afgevallen en voelde me zo ziek en verdrietig. Ik durfde niet eens meer alleen thuis te zijn, vooral niet in de ochtenden.

Teleurgesteld

Dit kon zo niet langer. Samen gingen mijn man en ik naar de huisarts en ik kreeg medicatie, iets waar ik me altijd tegen had verzet.

Wat was ik teleurgesteld, in mezelf, maar ook in God! Waarom liet hij zoiets vreselijks bestaan als depressie; iets waardoor je God niet meer kunt ervaren als je Hem juist zo hard nodig hebt? En ik had het zo lang volgehouden om mijn genezing alléén van Hem te verwachten. En nu had ik dan toch mijn toevlucht gezocht in medicijnen. Had ik het niet te snel opgegeven? Was God ook teleurgesteld in mij?

De eerste week

De eerste week werden alle symptomen nog veel heftiger en stond ik te trillen op mijn benen. Het was verschrikkelijk. Mijn man was geweldig. Hij werkte thuis en sleurde me elke ochtend mee naar buiten om te wandelen en begeleidde me naar activiteiten waar ik energie van kreeg, ook al voelde ik er op dat moment niet zoveel bij. Om uit mijn isolement te komen was er een rooster gemaakt door mijn kerk om bij mensen op bezoek te gaan of zij bij mij.

Al sneller dan verwacht trokken de symptomen weg. De eerste weken voelde ik bijna niets meer, wat eigenlijk wel een opluchting was. Maar ik vond het ook vreemd en een beetje jammer. Ik was mezelf niet meer, alsof ik dicht zat en niet meer open kon. Gelukkig kwam mijn gevoel in de weken daarna langzaam weer terug, alleen dan zonder angst, paniek en oncontroleerbaar verdriet.

En nu?

Nu ben ik een paar maanden verder. Het kan me al niet meer schelen dat ik pillen slik, want ik kan weer lachen, huilen, eten en drinken. Wat een schrik als ik terugkijk naar hoe erg het was! Ik durf weer na te denken over de toekomst en ik heb nu eindelijk ruimte in mijn hoofd om te werken aan de oorzaken van mijn depressie en om een nieuwe balans te zoeken in mijn leven, zodat ik niet nog eens zo diep wegzak.

Moraal van het verhaal

  • Zorg goed voor jezelf, vooral als je autisme of een andere kwetsbaarheid hebt. Jij óók, drukke moeder of vader! En jij helemáál, drukke moeder of vader die ook nog zorgt voor een kind met een beperking. Een depressie of burn-out sluipt er langzaam in.
  • Let goed op elkaar en sluit niemand buiten, ook niet als iemand zichzelf lijkt af te zonderen…juíst dan niet. Let vooral op mensen met een beperking of psychische kwetsbaarheid, ook al lijken ze nog zo vrolijk of succesvol. Zonder dat jij het ziet kan iemand aan zijn laatste zijden draadje van hoop hangen. Een beetje aandacht en begrip, een schouder om tegen uit te huilen, een veilige plek waar iemand zijn hart kan luchten, samen wandelen of iets anders leuks doen, een helpende hand bieden zodat iemand op adem kan komen. Zulke kleine dingen kunnen voor mensen met een depressie het verschil zijn tussen leven en dood.
  • Wees niet oordelend of afwijzend tegenover medicijngebruik. Geloof me: de bijwerkingen zijn de eerste tijd zo ontzettend naar, dat niemand dit zomaar voor de lol gaat slikken. Zie het ook niet als falen als je zelf medicatie nodig hebt. Ik ben God dankbaar dat er medicatie bestaat en dat het bij mij al zo snel en zo goed aanslaat.
  • Herken je jezelf of een dierbare in dit verhaal? Probeer het niet langer te verbergen en vecht niet langer alleen. Je bent echt niet de enige en er is goede hulp. Praat met iemand van het pastoraat in jouw kerk of met iemand anders die je vertrouwt. Bij veel kerken ben je van harte welkom, ook als je niet lid bent of niet gelooft. Maak een afspraak bij de huisarts. Hij of zij zal met je nadenken over wat jij nodig hebt om je beter te voelen. Hij zal je niet meteen de ggz induwen of pillen voorschrijven als jij dat niet wilt. Waarschijnlijk kun je via de huisarts terecht bij een praktijkondersteuner bij jou in de buurt. Er zijn ook organisaties waar mensen werken die graag naar je willen luisteren, zoals Dit Koningskind.
  • Als je gedachten hebt aan zelfmoord kun je bellen met zelfmoordpreventie 0800-0113 of chatten op www.113.nl. Bij levensbedreigende situaties moet je meteen 112 bellen.  

Hou vol! De Heer ziet jouw nood en hoort jouw roep om hulp. Hij zal je bevrijden, want Hij is heel dicht bij gebroken mensen en redt wie het zwaar heeft.

Naar Psalm 34:16-21